
Bejegening
Voor bejegeningsklachten binnen vreemdelingendetentie staat de beklagprocedure niet zomaar open. Je kunt bij de Commissie van Toezicht immers alleen klagen over ‘beslissingen genomen door of namens de directeur’. Klachten over bejegening door bewakers vallen daar niet zonder meer onder en worden daarom vaak niet in behandeling genomen. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), die klachten in hoger beroep behandeld erkent dit en heeft een rapport opgesteld waarin de normen voor goede bejegening zijn vastgelegd. Dit rapport heeft de titel ‘Goed Bejegenen’. De beginselen van goede bejegening zijn:- het grondbeginsel: bejegening moet goed zijn;
- het beginsel van fatsoenlijke omgang: kwaliteit van de dagelijkse bejegening;
- het beginsel van perspectief, resocialisatie en nazorg;
- het beginsel van legitieme of wettelijke tenuitvoerlegging;
- het beginsel van een zinvol programma;
- het beginsel van veiligheid;
- het beginsel van individualisering;
- het beginsel van minimale beperkingen;
- het beginsel van rechtsburgerschap.
Internationale richtlijnen voor goede bejegening
Hier vind u de Code of Ethics for Prison Staff van de Raad van Europa. Dit is een aanbeveling van uitgangspunten die Europese landen voorop zouden moeten stellen in het vaststellen van hun wetgeving en de beleidsregels voor gevangenispersoneel.Bejegeningsrichtlijnen voor de Commissie van Toezicht
- De ingeslotene heeft onbelemmerd contact met de maandcommissaris, overdag en ‘s avonds.
- De ingeslotenen zijn op de hoogte van de spreekuren van de maandcommissaris.
- De maandcommissaris beschikt over voldoende tijd en gelegenheid om de ingeslotenen te spreken die daar om verzocht hebben.
- De maandcommissaris bezoekt daarnaast de afdelingen en is aanspreekbaar voor ingeslotenen die (nog) niet om een gesprek hebben verzocht.
- De maandcommissaris heeft daarnaast contact met de medewerkers.
- De commissie van toezicht neemt voldoende afstand ten aanzien van de directie en laat dat tegenover de ingeslotene uit opstelling en gedrag blijken.
- De taak en functie van de c.v.t. en de maandcommissaris zijn bij de ingeslotenen voldoende duidelijk.
- De inrichting neemt de klacht serieus en ziet deze als aanleiding om het eigen handelen onder een vergrootglas te leggen.
- De cliëntvertrouwenspersoon in de justitiële jeugdinrichting is herkenbaar als onafhankelijk van de inrichting.
- De ingeslotene heeft rechtstreeks (dus niet via inrichtingspersoneel) toegang tot een beklagformulier.
- De ingeslotene dient een beklagformulier in bij de beklagcommissie, zonder tussenkomst van inrichtingspersoneel.
- De procedure bij het instellen van beklag is voor ingeslotenen, c.v.t. en afdelingshoofden toegankelijk en duidelijk.
- Hetzelfde geldt voor de bemiddelingsprocedure.
- De inrichting en de commissie van toezicht streven ernaar om klachten, waar mogelijk, in informele sfeer af te doen.
- De ingeslotene ervaart geen druk om geen klacht in te dienen of deze in te trekken.