Boodschappen, voedsel en goederen
Ingeslotenen in vreemdelingendetentie krijgen voedsel van het detentiecentrum. Ook hebben zij recht op noodzakelijke kleding. Deze rechten vallen vallen onder de zorgplicht van de directeur. Ook krijgen ingesloten vreemdelingen iedere week €18,- waarmee zij extra boodschappen kunnen doen of kunnen gebruiken om te bellen. Tot slot kunnen er ook spullen worden ingevoerd door bezoekers, mits deze niet op de verboden lijst staan (art. 45 Pbw).
Wie is verantwoordelijk voor de boodschappen, het voedsel en de goederen?
De directeur is verantwoordelijk voor de boodschappen, voedsel en goederen. Beslissingen over deze onderwerpen kunnen worden aangerekend als een beslissing van de directeur (art. 60 Pbw). Tegen deze beslissing kan een klacht worden ingediend bij de Commissie van Toezicht (CvT).
Wanneer kan ik klagen over boodschappen, voedsel en goederen?
Boodschappen en voedsel
De directeur is verantwoordelijk om ingeslotenen van voedsel te voorzien. Dit valt onder de zogenaamde zorgplicht (art. 44 lid 1 Pbw). Het standaard voedselpakket dat ingeslotenen iedere dag krijgen bestaat uit twaalf sneetjes brood met beleg, een stuk fruit, koffie en een magnetronmaaltijd van 500 gram. Als ingeslotenen vanwege hun religie of levensovertuiging (bijvoorbeeld veganisme) een bepaald dieet hebben dan is de directeur verplicht het voedsel hierop aan te passen (art. 44 lid 3 Pbw). Toch komt het ook regelmatig voor dat ingeslotenen het detentie voedsel om een andere reden niet willen eten, bijvoorbeeld omdat het niet lijkt op het eten uit de eigen cultuur. Zij kopen dan zelf extra boodschappen, deze zijn circa 10% duurder dan in de normale supermarkten. Op iedere afdeling is een keuken waar zij dit eigen eten kunnen bereiden. Koken gebeurt vaak in gezelschap en veel ingeslotenen hechten hier waarde aan.
De boodschappen worden eens per week geleverd. Het detentiecentrum houdt logboeken bij over de bestelde en geleverde boodschappen. Als de boodschappen niet in orde zijn of niet geleverd worden dan is dit beklagwaardig. De logboeken kunnen opgevraagd worden bij het indienen van een klacht.
Goederen
De directeur is verantwoordelijk om ingeslotenen van noodzakelijke kleding te voorzien als zij dit niet zelf hebben. Dit valt onder de zogenaamde zorgplicht (art. 44 lid 1 Pbw). Meestal hebben ingeslotenen echter eigen kleding. Zij mogen ook andere goederen meenemen in het detentiecentrum zoals boeken, foto’s of een radio. Slechts een beperkte hoeveelheid spullen mogen zij ook daadwerkelijk op de cel hebben. De rest wordt opgeslagen in een afgesloten ruimte. Ingeslotenen kunnen aan een bewaker vragen of zij iets mogen pakken uit de opslag, zij kunnen dan bijvoorbeeld een t-shirt omruilen voor een trui of het nummer van een familielid opzoeken in de telefoon. Bezoekers kunnen ook goederen voor ingeslotenen invoeren.
Het detentiecentrum is verantwoordelijk voor de spullen in de opslag. Ook zijn ze ervoor verantwoordelijk dat de ingevoerde spullen bij de juiste persoon aan komen. Als hier iets mis gaat dan is dit beklagwaardig.
Als een cel leeg wordt geruimd bijvoorbeeld omdat een ingeslotene een andere cel krijgt, wordt vrijgelaten of uitgezet, dan wordt een ontruimingsverslag gemaakt. Dit verslag geeft een overzicht van alle spullen die uit de cel zijn gehaald. De ingeslotene moet dit verslag ondertekenen omdat daarmee akkoord wordt gegeven dat hij alle spullen heeft meegekregen. Als er iets ontbreekt dan is dit beklagwaardig. Het ontruimingsverslag kan worden opgevraagd bij het indienen van een klacht.
Waar kan ik me in mijn klacht nog meer op beroepen?
In deze zaak zijn de spullen van klager kwijtgeraakt toen hij overgeplaatst werd. Er werd een ontruimingsverslag opgemaakt maar deze bleek niet te kloppen. De ombudsman stelt klager in het gelijk en oordeelt dat er een schadevergoeding moet worden uitgekeerd. Dit rapport schetst een helder beeld van hoe zo’n proces in zijn werking gaat.
Kan ik voor vermiste of kapotte goederen en boodschappen een schadevergoeding krijgen?
Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan de waarde van de boodschappen of goederen vergoed worden. Ook kunnen de goederen vervangen worden door nieuwe spullen of boodschappen. In de standaard bedragen van de RSJ staat dat er voor vermissing van een doos, tas of koffer met spullen €25,- tot €50,- kan worden toegekend.
Wat zegt de jurisprudentie?
28 januari 2020, RSJ R-19/4818/GA
De directeur heeft niet aan zijn zorgplicht voldaan, omdat die geen inspanningen heeft gedaan om een alternatief aan te bieden voor de bestelde boodschappen die de klager niet heeft ontvangen. Klager ontvangt een schadevergoeding ter hoogte van de bestelde boodschappen.
Wilt u een voorbeeld klacht ontvangen over dit onderwerp? Neem dan gerust contact op met het Meldpunt vreemdelingendetentie!