De vrijheden van mensen in vreemdelingendetentie worden opnieuw verder ingeperkt in een voorstel tot wijziging van de Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring.
De nieuwe wijzigingen staan haaks op het oorspronkelijk doel van het wetsvoorstel die stond voor humaniteit, meer vrijheden en zinvolle dagbesteding. Op basis van de “toegenomen problematiek van overlast gevende vreemdelingen” krijgt de directeur straks nog meer macht om mensen tot twee maanden geheel op te sluiten. Dit heet een ‘lockdown’, waarbij mensen 23 uur per dag op cel zitten. Hierbij worden de adviezen van organisaties van onder andere de NOVA, College voor de Rechten van de mens, om gedetineerden dagelijks minstens twee uur buitenlucht te geven, genegeerd. Minstens twee uur luchten is echter erg weinig. Als je 22 uur vastzit en slechts twee uur mag luchten, maakt dat weinig verschil ten opzichte van een lockdown waarin je 23 uur opgesloten zit en minstens één uur mag luchten.
Daarnaast beperkt de nieuwe wet het recht op bewegingsvrijheid voordat mensen worden uitgezet, en kunnen gedetineerden ook na uitzetting zich niet beroepen op het schenden van het recht op buitenlucht.
