Een gebrek aan tijdverdrijf, hoog stressgehalte en uitzichtloosheid is aan de orde van de dag als ingeslotene in het detentiecentrum. Om dit te onderdrukken is een sigaretje vaak de enige oplossing, waardoor velen hieraan verslaafd raken. Een sigaretje roken wordt echter steeds moeilijker gemaakt, want roken is sinds 1 april een dure grap geworden waar mensen in vreemdelingendetentie extra door belast worden. In vreemdelingendetentie zitten meer mensen die last hebben van een tabaksverslaving dan gemiddeld en over het algemeen roken mensen met minder middelen meer. Aan het begin van het jaar kostte shag met filters en vloei al zo’n veertien euro, maar door de recente verhoging is dit nu meer dan 25 euro geworden. Met slechts 20 euro weekgeld wordt roken een luxe die alleen nog is weggelegd voor degenen die extra geld van buitenaf kunnen krijgen.  

Extra geld verdienen zit er ook niet in, want ingeslotenen in vreemdelingendetentie kunnen niet werken omdat ze geen verblijfsvergunning hebben. Bovendien helpt werken bij het verdrijven van de tijd, want in vreemdelingendetentie is niet veel te doen. Ingeslotenen hebben recht op anderhalf uur sport en zes uur recreatie per week, waarbij ze niet achter gesloten deuren hoeven te blijven en samen kunnen kaarten of andere activiteiten kunnen doen. Maar het merendeel van de tijd zitten ingeslotenen achter een gesloten celdeur. Hoe komen ze die tijd door? Velen zoeken hun toevlucht in het roken, want bij gebrek aan andere afleiding kan dat in ieder geval helpen bij het omgaan met stress.  

De verhoging van de tabaksprijs zal mensen met een tabaksverslaving extra stress geven. Naast dat alles in detentie al is duurder geworden. Het weekgeld is nauwelijks voldoende om de boodschappen te betalen.  Wekelijks kunnen ingeslotenen boodschappen bestellen, maar zij betalen veel meer voor deze producten dan in een gewone supermarkt. Ook belminuten zijn duurder in detentie en wat doe je dan als je je advocaat moet bellen? “Dan heb je pech” zegt een ingeslotene. “Dan moet je een brief sturen. Maar daarvoor moet je ook een postzegel kopen. Die moet je in een setje van tien stuks kopen. Dat kost dus 10 euro.”