Op 28 maart is binnen een van de afdelingen van detentiecentrum Rotterdam opnieuw een coronabesmetting geconstateerd. In het detentiecentrum golden strenge maatregelen, onder meer om ervoor te zorgen dat de ‘bubbels’ waarin ingeslotenen contact hebben met elkaar uit maximaal 30 personen bestaan. Om die reden mogen mensen maar beperkt hun cel uit, elke dag één uur op de binnenplaats en meestal twee tot drie uur op de afdeling.
Voor de mensen van de getroffen afdeling zijn verscherpte quarantainemaatregelen afgekondigd voor een periode van tien dagen. Van de tijd die ze normaliter buiten de cel kunnen doorbrengen blijft één uur luchten op de binnenplaats over, het wettelijk minimum.
In de reacties van mensen die ons bellen vanuit deze afdeling van het detentiecentrum horen we variaties op een thema. Iemand die ons de volgende dag belde was extra bang voor het virus omdat hij tot een kwetsbaardere groep behoort. Hij was boos dat het luchten nog steeds gebeurd met met de hele ‘bubbel’, dat zijn bij hem 28 mensen die tegelijk naar buiten gaan. Hij wil zelf niet meer mee, hij vindt dat de anderen te weinig afstand houden op de luchtplaats en hun mondkapje niet (correct) dragen – als ook sommig detentiepersoneel. Zijn celgenoot gaat wél luchten en dat maakt hem nerveus. Hij baalt dat hij nu 24 uur in die kleine cel zit en tóch via zijn celgenoot nog steeds kans loopt op overdracht van het virus.
Dit is overigens de reden dat onder meer de Nederlandse Orde van Advocaten in januari nog een oproep deed aan de minister om niet langer meerpersoonscellen te gebruiken tijdens de coronacrisis.
Een andere beller geeft aan dat hij de extra uren in de cel het moeilijkst vindt. Hij is iets minder bang voor het virus, maar hij vindt het maar niks dat er geen alcohol ontsmettingsmiddel is uitgedeeld. En dat de besmette persoon nog niet is overgebracht naar een andere afdeling. Hij vind het moeilijkst echter dat hij niet de afdeling op mag. Hij kan daardoor niet meer zelf koken en is daarmee een van de laatste dingen kwijt die hij nog wel zélf kon doen.
Door snel en streng ingrijpen zijn eerdere uitbraken (redelijk) klein gebleven, we hopen dat dat in dit geval ook zo zal blijven. Voor hetzelfde geld is dat deze of een volgende keer echter niet zo. Het virus is niet buiten te houden, omdat het personeel dagelijks in en uit loopt. Onmenselijke detentie-omstandigheden met vele uren opsluiting in de cel zijn het gevolg. Mensen die het land moeten verlaten zouden in onze ogen niet in deze omstandigheden hun uitzetting moeten hoeven afwachten. Zéker niet maanden achter elkaar. Daar moeten we toch iets beters op kunnen bedenken in Nederland?