Op 20 mei werd een Syrische asielzoeker uitgezet naar Bulgarije, waar hij eerder als asielzoeker was geregistreerd. Na zijn vlucht uit Syrië werd hij daar in een detentiecentrum vastgezet en naar eigen zeggen mishandeld. Omdat hij zich in Bulgarije niet veilig voelde, vluchtte hij naar Nederland. Volgens de Dublin-verordening moest Nederland hem binnen zes maanden terugsturen naar Bulgarije. Op de laatste dag voor het verstrijken van die termijn werd hij op Schiphol op het vliegtuig gezet, aldus Caspar Naber en Tonny van der Mee in het AD.
Twee activisten van mensenrechtenorganisatie MiGreat, onder wie directeur Roos Ykema, waren aan boord om zijn uitzetting tegen te houden. Ze zagen dat zijn handen en enkels met tiewraps vastgebonden waren en hij liggend op vliegtuigstoelen werd gefixeerd door de marechaussee. Bovendien was hij in zijn cellencomplex al vastgesnoerd in een zogeheten body-cuff, een hulpmiddel dat de marechaussee inzet om een uitzetting ‘humaan en gecontroleerd’ te laten verlopen. MiGreat maakte zeldzame beelden van de uitzetting.
De Koninklijke Marechaussee zegt dat de begeleiding van de Syriër ‘op reguliere wijze’ is verlopen. Op basis van een vooraf gemaakte risico-inschatting en de situatie ter plekke is er in dit geval voor gekozen om gebruik te maken van de body-cuff’’, aldus een woordvoerder. De activisten probeerden de deportatie te verhinderen. Ykema zegt: Hij lag met stoelriemen vastgebonden op enkele vliegtuigstoelen terwijl politieagenten zijn mond probeerden dicht te houden. We hoorden hem om hulp schreeuwen.’’
In de Tweede Kamer hebben de leden Koekkoek (Volt) en Teunissen (PvdD) vragen gesteld over het gebruik van dwangmiddelen bij gedwongen uitzettingen. Hierbij is onder andere aandacht besteed aan de voorbereiding door de Koninklijke Marechaussee, de noodzaak van het gebruik van dwangmiddelen, en hoe er rekening wordt gehouden met kwetsbare personen. Het volledige verslag kunt u hier lezen.