Gedwongen uitgezet worden naar land van herkomst is vaak geen prettige gebeurtenis. Het is allereerst tegen je wil in. Daarnaast kan er van alles misgaan. Zo ook bij meneer C. Hij heeft zijn uitzetting als zeer traumatisch ervaren en heeft naar eigen zeggen tot op heden last van een posttraumatische stressstoornis (PTSS).
In 2017 werd meneer C. vanuit vreemdelingendetentie gedwongen uitgezet naar Tunesië onder begeleiding van vier escorts van de Koninklijke Marechaussee (KMar). Vanuit het detentiecentrum werd meneer C. met handboeien om naar het vliegveld gebracht. Ook op het vliegveld bleef hij geboeid. “De handboeien hebben mij veel pijn gedaan en ik voelde me als een crimineel behandeld”. Meneer C. liet merken dat hij niet zelfstandig het vliegtuig in ging stappen. Hierdoor werd hij op een rolstoel gezet. Vlak voor het boarden ging het mis toen meneer C. nogmaals liet merken dat hij niet uitgezet wilde worden. Dwangbuisachtig hebben de escorts met riemen de handen en voeten van meneer C. vastgebonden aan de rolstoel. Dit is zeer hardhandig gebeurd waardoor meneer C. zegt zijn bewustzijn te zijn verloren. Meneer C. kwam weer bij bewustzijn toen hij van de rolstoel werd gehaald. Vervolgens is hij in het vliegtuig gezet zonder dat hij de kans heeft gekregen om een arts te zien. Ook tijdens de vlucht is meneer hardhandig aangepakt: “één van de escorts hield mijn hoofd op zijn schoot terwijl een andere escort zijn hand over mijn mond hield”. Hierdoor kon meneer C. bijna niet meer ademen, zo vertelt hij. Pas na opstijging werd meneer C. uit de klem gehaald en mocht hij normaal zitten.
Ook de aankomst in Tunesië heeft meneer C. onprettig ervaren. Meneer C. werd door de escorts overgedragen aan de Tunesische politie. De Tunesische politie zag in hun systeem niets bijzonders in het dossier van meneer C. en waren daarom erg verbaasd over de verschijning van meneer C., zo met handboeien om begeleid door veel escorts. Daarnaast heeft meneer bij aankomst zijn paspoort niet ontvangen, deze waren achtergebleven in Nederland en zouden per post opgestuurd worden naar de Tunesische autoriteiten. Daar verliep het ook niet soepel waardoor meneer pas 2 jaar na zijn uitzetting zijn paspoort terug kreeg.
De gehele uitzetting heeft meneer C. als zeer traumatisch ervaren. Naar eigen zeggen heeft hij een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontwikkeld en ook last van suïcidale gedachten. Die dag is hij niet als mens behandeld, hij voelt zich geschonden. De gehele gebeurtenis heeft nog steeds een grote impact op hem. Het verbaast meneer C. dat dit voorkomt in Nederland en vindt dan ook dat mensen niet zo behandeld mogen worden. Meneer C. is hiervoor aan het vechten. Hij is meerdere malen naar de Nederlandse ambassade in Tunesië gegaan om een klacht in te dienen over de uitzetting. Met hulp van de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) is de klacht opgesteld en ingediend. Echter heeft meneer C. hier nooit meer wat van gehoord. Om gerechtigheid te krijgen voor wat hem is aangedaan is hij op eigen kracht, en met veel pijn en moeite, weer naar Nederland gekomen in 2021. In Nederland heeft meneer C. geprobeerd een klacht bij de Kmar in te dienen met hulp van het Meldpunt Vreemdelingendetentie en de Regenboog Groep. Echter werd aangegeven dat de klacht niet in behandeling genomen zal worden, omdat de uitzetting te lang geleden is. Daarom heeft het Meldpunt Vreemdelingendetentie contact gezocht met de Nationale Ombudsman. Die heeft aangegeven dat ook de Ombudsman geen onderzoek meer kan doen omdat dit over een uitzetting van meer dan vijf jaar geleden gaat, maar meneer C. mocht wel op gesprek komen om zijn verhaal te doen. Het Meldpunt Vreemdelingendetentie is samen met meneer C. bij de Ombudsman geweest om de gebeurtenissen kenbaar te maken.