RvS: voor bewaring kinderen is apart besluit nodig

RvS: voor bewaring kinderen is apart besluit nodig

De Afdeling heeft eerder overwogen dat vrijheidsontneming van kinderen zonder een daartoe strekkende schriftelijke maatregel, waarin de redenen voor de vrijheidsontneming uiteen zijn gezet, niet aan de bij of krachtens de Vw 2000 gestelde vereisten voor rechtmatige vrijheidsontneming voldoet. Die rechtspraak is ook van toepassing in deze zaak waarin de staatssecretaris de kinderen weliswaar in de maatregelen van de ouders heeft vermeld en een afweging van hun belangen heeft gemaakt, maar geen expliciete maatregel aan hen heeft opgelegd. Een aan een vreemdeling expliciet opgelegde schriftelijke maatregel is namelijk van belang voor de toegang tot rechtsmiddelen. Kinderen die met hun ouders in bewaring worden gesteld moeten ook zelfstandig rechtstreeks toegang tot rechtsmiddelen hebben.

De vreemdelingen klagen daarom terecht dat de rechtbank door te overwegen dat uit de maatregel van de moeder afdoende blijkt dat deze ook voor de kinderen geldt, niet heeft onderkend dat een bewaringsmaatregel moet worden opgelegd aan een vreemdeling die in bewaring wordt gesteld. Omdat in dit geval niet expliciet maatregelen van bewaring aan de kinderen zijn opgelegd, is de bewaring van de kinderen vanaf het begin onrechtmatig geweest. Deze onrechtmatigheid werkt door in de bewaring van de ouders. De motivering in de maatregelen van bewaring van de ouders is dus onjuist, omdat in deze maatregelen wordt aangenomen dat het gezin als geheel rechtmatig in bewaring is gesteld. Gelet op het voorgaande is de bewaring van de ouders ook onrechtmatig. Dit deel van de grief slaagt.

Het hoger beroep is gegrond.

RvS 202201418/1/V3, 22.7.22
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2022:2101