30% “overlastgevende” ingeslotenen is slechts een schatting

30% “overlastgevende” ingeslotenen is slechts een schatting

De staatssecretaris heeft antwoord gegeven op de brief van de commissie voor Immigratie en Asiel, waarin zij verschillende vragen heeft gesteld. Deze vragen zijn tot stand gekomen naar aanleiding van het wetsvoorstel Wet Terugkeer en vreemdelingenbewaring en de maatregelen ten aanzien van de overlastgevende vreemdelingen. De commissie vraagt duidelijkheid over de populatie in vreemdelingendetentie. Daarnaast vraagt ze hoeveel van deze ingeslotenen vallen onder “overlastgevende vreemdeling”.

Volgens de staatssecretaris wordt de term “overlast” niet gebruikt bij de Dienst Justitiële Inrichtingen. Daarom kan niet meteen worden gezegd hoeveel ingeslotenen als “overlastgevend” kunnen worden geregistreerd. Tijdens het traject van het wetsvoorstel is in 2015 gesteld dat ongeveer 5 tot 10% van de ingeslotenen “overlastgevend” zou zijn. Dit percentage is door de jaren heen gestegen. De Staatssecretaris stelt dat ongeveer 30% van de ingeslotenen overlastgevend is en onder het beheersregime kan worden geplaatst. Het Meldpunt vraagt zich af waar dit cijfer op geschat is, hoe is deze schatting tot stand gekomen en wat is meegewogen? Aangezien plaatsing in het beheersregime zeer belastend kan zijn voor ingeslotenen, zijn wij teleurgesteld in deze hoge schatting van de staatssecretaris. Op dit moment voert het WODC een onderzoek uit naar overlastgevend gedrag in vreemdelingendetentie. Het resultaat van dit onderzoek wordt verwacht voor het einde van dit jaar.

De Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring kan vreemdelingendetentie losmaken van het strafrechtelijk regime. Helaas herkennen wij dit niet in het wetsvoorstel. Het antwoord van de staatssecretaris, dat 30% van de ingeslotenen onder het beheersregime zou passen is teleurstellend. Het Meldpunt Vreemdelingendetentie is van mening dat het beheersregime helemaal niet past in vreemdelingendetentie.