Ongedocumenteerden met Chavez-aanvraag mogen niet in detentie

Ongedocumenteerden met Chavez-aanvraag mogen niet in detentie

De Raad van State heeft op 12 november 2021 uitgesproken dat ongedocumenteerden die een Chavez-aanvraag (aanvraag voor een verblijfsvergunning als verzorgende ouder van een Nederlands kind) hebben ingediend waarop nog geen antwoord is gekomen, voortaan niet in vreemdelingendetentie kunnen worden geplaatst. Tijdens de behandeling van de aanvraag hebben ongedocumenteerden een vorm van rechtmatig verblijf, gebaseerd op het EU-recht. De Vreemdelingenwet kent geen wettelijke grondslag om deze mensen in detentie te plaatsen.

De Chavez-aanvraag is eigenlijk een “verzoek tot toetsing aan het EU-recht” Met deze aanvraag heeft de verzorgende ouder van een Nederlands kind legaal verblijf in Nederland. Dit is naar aanleiding van het Chavez-Vilchez-arrest in de zaak Chavez-Vilchez tegen Nederland. Het Europees Hof van Justitie oordeelde dat de verzorgende ouder van een Nederlands kind verblijfsrecht heeft.

Ongedocumenteerden die een Chavez-aanvraag hebben ingediend mogen dus in Nederland verblijven tijdens de behandeling van deze aanvraag. Dit wil ook zeggen dat een persoon moet worden vrijgelaten uit vreemdelingendetentie als hij of zij een aanvraag indient terwijl deze persoon al in vreemdelingendetentie zit. Bovendien concludeert de Afdeling dat ook een terugkeerbesluit van de staatssecretaris tijdens de behandeling van een Chavez-aanvraag moet worden geschorst. Op dat moment hoeven zij Nederland niet langer meer verlaten. Tenslotte is het ook aan de bewaringsrechter om na te gaan of een ongedocumenteerde recht heeft op verblijf op basis van het Chavez-arrest, zonder dat de persoon hier zelf een aanvraag voor heeft ingediend.  Omdat de rechter dit eerst moet nagaan, kan dit ervoor zorgen dat ongedocumenteerden minder snel in detentie worden geplaatst.