Doorzoekingen en visitaties in april 2019 waren rechtmatig, oordeelt de beroepsrechter

Doorzoekingen en visitaties in april 2019 waren rechtmatig, oordeelt de beroepsrechter

Vorige week kreeg het Meldpunt enkele uitspraken binnen van de  Raad van de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), die nog gaan over een incident in april 2019. Naar aanleiding van een pakketje dat over de muur van detentiecentrum Rotterdam werd gegooid, heeft in april 2019 een ‘spitactie’ plaatsgevonden, wat wil zeggen dat de meeste cellen zijn doorzocht op verboden goederen. Veel mensen zijn gefouilleerd en zelfs gevisiteerd. Rond de 60 ingeslotenen kregen te maken deze vernederende praktijk, waarbij iemands naakte lichaam aan alle kanten wordt geïnspecteerd.

Bovendien ging de gebruikelijke avondrecreatie niet door, werden de telefoonverbinding en watervoorziening tijdens de spitactie afgesloten en werd meermaals geklaagd over het niet of te laat uitgereikt krijgen van medicatie. Over deze gebeurtenissen hebben wij namens meerdere bellers bij de Commissie van Toezicht klachten ingediend. In een zestal gevallen hebben wij na het afwijzen van deze klachten samen met de klagers beroep ingediend bij de Raad van de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). De uitspraken van de RSJ kregen wij deze maand eindelijk binnen, bijna twee jaar na de gebeurtenissen en 19 maanden na het instellen van het beroep. De ingrijpende maatregelen werden – mede gelet op het onderzoeksbelang en de orde en veiligheid in de inrichting – ‘redelijk en billijk’ geacht door de Raad. De klachten zijn dus ongegrond verklaard.

Deze gebeurtenissen, die blijkbaar door de beugel kunnen, laten zien hoezeer vreemdelingendetentie (een bestuursrechtelijke maatregel) overeenkomsten vertoont met de detentie van strafrechtelijke gedetineerden. Ook ingeslotenen die geen strafbaar feit hebben begaan kunnen – bij een vermoeden van het invoeren van verboden goederen – aan ingrijpende cel doorzoekingen en collectieve beperkingen van activiteiten onderworpen worden.