Categorieën
Klachten en uitspraken

Overplaatsing naar beheersafdeling mag niet zonder reden: Klacht gegrond

Overplaatsing naar de beheersafdeling zonder motivatie mag niet. Dit oordeelt de Raad van Strafrecht en Jeugdbescherming (RSJ) naar aanleiding van een klacht die wij indiende namens meneer B. in juni 2020. De beheersafdeling is een afdeling waarin strengere regels zijn dan in rest van het detentiecentrum. Deze uitspraak is opvallend omdat de directie een overplaatsing naar de beheersafdeling ziet als een ‘interne overplaatsing’, die niet gemotiveerd zou hoeven worden. De RSJ is het hier dus niet mee eens en vindt dat klager geïnformeerd had moeten worden over de reden waarom hij naar de beheersafdeling werd overgeplaatst en wat hij zou moeten doen om terug te kunnen keren naar een reguliere afdeling. De beheersafdeling staat bij ingeslotenen in Detentiecentrum Rotterdam bekend als de “strafafdeling”.

De klacht van meneer B. ging over een overplaatsing zonder reden naar de beheersafdeling van het detentiecentrum Rotterdam. De klacht was al eerder behandeld en ook gegrond verklaard, maar de directeur van het detentiecentrum is tegen deze uitspraak in beroep gegaan. Dit beroep is ongegrond verklaard wat betekent dat de klacht gegrond blijft, de overplaatsing had niet zonder motivatie mogen gebeuren.

Het is opvallend dat deze klacht wél gegrond is verklaard. Het Meldpunt heeft namelijk namens andere ingeslotenen soortgelijke klachten ingediend over een overplaatsing naar de beheersafdeling. Keer op keer werden deze klachten ongegrond verklaard omdat het zou gaan om een ‘interne overplaatsing’ en niet om een ‘straf’. Echter heeft de beheersafdeling wel degelijk strengere regels en wordt het ook als een ‘strafafdeling’ ervaren, ondanks dat het volgens de wet aan de minimale vereisten voldoet.

Het feit dat een klacht over een overplaatsing naar de beheersafdeling nu wél gegrond wordt verklaard is uitzonderlijk. Waar de directie eerst het argument gaf dat het ging om een ‘interne overplaatsing’ betekent het feit dat deze klacht gegrond is verklaard dat de beheersafdeling door de RSJ niet gezien wordt als alle andere afdelingen. Dit geeft hoop voor de toekomst.

De klacht van meneer B. is in juni 2020 ingediend bij de Commissie van Toezicht. Het is nu inmiddels 2 jaar later dat we een definitieve uitspraak hebben ontvangen. Het Meldpunt Vreemdelingendetentie is het niet eens met hoe lang het heeft geduurd om het beroep te behandelen. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft aangegeven dat het door drukte wat langer kan duren. Toch vindt het Meldpunt het onacceptabel dat er pas 2 jaar na indiening van de klacht een definitieve uitspraak komt. De klager heeft nu heel lang in onzekerheid moeten wachten, dit is oneerlijk.  Wel zijn we erg blij met de uiteindelijke uitspraak en hopen dat er beter gekeken wordt of overplaatsing naar de beheersafdeling werkelijk nodig is.

Categorieën
Politiek en beleid Publicaties van andere organisaties

RSJ adviseert: Schaf isolatie als strafmaatregel af en verminder isolatie als ordemaatregel

Isolatie mag niet meer uitgevoerd worden als disciplinaire straf in detentie. Dat adviseert de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) aan de minister voor Rechtsbescherming.

Het is dus van belang dat er een gezamenlijk beleid voor komt waarin directeuren van PI’s een isolatie plaatsing niet meer als straf kunnen opleggen. Wanneer er zich toch een situatie voordoet waarin de directeur genoodzaakt is een disciplinaire straf op te leggen is het volgens de RSJ van belang dat er rekening gehouden wordt met de persoonlijke situatie van de ingeslotene en de aard van het ongewenste gedrag. Ook moeten er volgens het RSJ duidelijke richtlijnen komen over de toepassing van disciplinaire straffen in verschillende situaties. 

Het beleid, wat een aanvulling moet worden op het huidige beleid, moet volgens de RSJ onder meer het doel hebben om isolatie als ordemaatregel terug te dringen en als disciplinaire straf af te schaffen. De RSJ adviseert om isolatie plaatsing alleen in te zetten in een situatie die gevaar oplevert voor de orde en veiligheid. 

Het Meldpunt Vreemdelingendetentie pleit al langer voor het afschaffen van isolatie en staat dus achter het advies van de RSJ. Wij hopen dat de minister dit advies in behandeling zal nemen en hopen op verandering met betrekking tot isolatie in detentie. 

Categorieën
Klachten en uitspraken

Eerste uitspraak RSJ bij nieuwe beklagcommissie over geboeid vervoer

Deze maand heeft de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ)  een uitspraak gedaan in een beroepszaak over geboeid vervoer. Dit is de eerste keer dat de RSJ een uitspraak doet voor een zaak die door de nieuwe beklagcommissie van de DV&O werd behandeld. In die zaak oordeelt de RSJ dat een motivering om gebruik te maken van handboeien, tijdens het vervoer van een gedetineerde, duidelijk en uitgebreid moet zijn. Daarbij kan een gedetineerde een klacht indienen over geboeid vervoer ondanks dat het vervoer niet is doorgegaan. Met die uitspraak stelt de RSJ de gedetineerde in zijn gelijk.

De gedetineerde man zou naar het ziekenhuis worden gebracht door de transportbegeleiders van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O). Hij mocht geen pen en papier meenemen, terwijl dit andere keren wel mocht. De man heeft dit moeten afgeven en was hierdoor geïrriteerd. Om die reden hebben de begeleiders besloten om vrijheidsbeperkende middelen te gebruiken. De gedetineerde heeft dit geweigerd en is daardoor niet meer naar het ziekenhuis gebracht.

De man heeft vervolgens een klacht ingediend over de DV&O, omdat de transportbegeleiders hem in de boeien wilden slaan. De beklagcommissie heeft de gedetineerde man gelijk gegeven, waardoor de Minister voor Rechtsbescherming beroep heeft ingesteld bij de RSJ. De RSJ stelt de gedetineerde wederom in het gelijke.

De RSJ stelt dat de beslissing van de DV&O om gebruik te maken van handboeien, omdat de man boos is geworden, niet genoeg gemotiveerd was. Een algemene beschrijving van het gedrag is voor de RSJ niet voldoende. Daarnaast zegt de RSJ dat er wel degelijk geklaagd mag worden over transport, ook als het transport niet is doorgegaan.

Categorieën
In de media Publicaties van andere organisaties

Geen plek voor racisme en discriminatie in detentie

De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming wil racisme en discriminatie in detentie voorkomen. Dit is bekend gemaakt in hun adviesprogramma voor 2022. Het programma beschrijft alle thema’s waarover de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming advies zal geven. In het voorjaar van 2022 willen ze dan ook een advies publiceren over racisme en discriminatie in detentie.

Dit advies loopt door vanuit het adviesprogramma 2021. De Raad ziet het als zijn taak om de situatie rondom discriminatie en racisme aan te kaarten bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Vandaar dat de Raad op eigen initiatief een advies zal uitbrengen over deze onderwerpen. Er wordt vooral gefocust op de manier waarop ingeslotenen worden behandeld door het personeel. Dit is belangrijk voor een goed leefklimaat in de detentiecentra.

De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming geeft advies over wetgeving en beleid met betrekking tot de uitvoering van straffen en maatregelen, zoals vreemdelingendetentie. Hiervoor beroept de Adviescommissie zich vooral op literatuurstudies, en gesprekken met experts uit de praktijk en organisaties. Helaas heeft Meldpunt Vreemdelingendetentie nog niet kunnen samenzitten met de Adviescommissie. Op dit moment verwachten we dus geen adviezen over vreemdelingendetentie in het bijzonder. Meldpunt Vreemdelingendetentie hoopt in de toekomst ook de Adviescommissies bij te staan, zodat er kan worden nagedacht over vreemdelingendetentie en belangrijke thema’s zoals isolatie. Wij zullen de publicatie van dit advies nauw in de gaten houden.

Categorieën
Klachten en uitspraken

De CvT oordeelt: de medische privacy van meneer H. is geschonden

Het Meldpunt Vreemdelingendetentie ontvangt regelmatig belletjes van personen die klagen over schending van hun medische privacy bij een bezoek aan het ziekenhuis. Eén van deze bellers is meneer H., over wie wij in de nieuwsbrief van maart hebben geschreven. Meneer H. moest vanwege een kaakbreuk die hij in het detentiecentrum heeft opgelopen vanaf halverwege februari bijna wekelijks naar het ziekenhuis. Daarbij werd hij telkens geboeid vervoerd en waren de transportbegeleiders van DV&O stelselmatig aanwezig in de behandelkamer. Samen met meneer H. hebben wij hierover enkele klachten ingediend bij de Commissie van Toezicht (CvT). Eén van de klachten over schending van de medische privacy is op 21 juli 2021 door de CvT gegrond verklaard. 

Het verweer van de directie van Detentiecentrum Rotterdam in deze zaak was opvallend. Daarin wordt verwezen naar de reactie van DV&O, waarin gesteld wordt dat DV&O een ‘wel aanwezig, tenzij’-beleid hanteert. Dit houdt in dat de medewerkers van DV&O bij een bezoek aan het ziekenhuis standaard aanwezig zijn in de behandel- of spreekkamer, tenzij de behandelaar uitdrukkelijk heeft verzocht dat de medewerkers niet aanwezig mogen zijn. Deze bepaling, zoals neergelegd in de dienstinstructie van DV&O, is gelet op het zojuist genoemde uitgangspunt en vaste jurisprudentie van de RSJ, in strijd met artikel 8 EVRM. Tevens meldt DV&O dat normale burgerlijke vrijheden – waaronder het recht op privacy – worden ingeperkt wanneer een persoon is veroordeeld tot een detentiestraf. Een opvallende passage, aangezien meneer H. op bestuursrechtelijke gronden in bewaring is gesteld en hem geen gevangenisstraf is opgelegd.

De Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft eerder geoordeeld dat het uitgangspunt is dat bij het bezoek van een gedetineerde aan een arts in het ziekenhuis geen toezichthoudend personeel aanwezig is in de behandelkamer, tenzij dit uit veiligheidsoverwegingen (strikt) noodzakelijk is. Daarvoor dient een kenbare en toetsbare belangenafweging door de directeur plaats te vinden. Een dergelijke afweging heeft in onderhavige zaak niet plaatsgevonden, zo oordeelde de CvT. Ook is niet gebleken dat de arts is gevraagd of hij het nodig achtte dat er personeel aanwezig was in de behandelkamer. De CvT komt tot de conclusie dat de privacy van meneer H. is geschonden en kent hem een tegemoetkoming toe van €25 euro. 

Wij hopen dat DV&O naar aanleiding van deze uitspraak haar beleid ten aanzien van bestuursrechtelijk gedetineerde vreemdelingen op dit punt herziet, en een ‘niet aanwezig-tenzij’-beleid opneemt in haar dienstinstructie. 

Categorieën
Klachten en uitspraken

RSJ past standaardbedragen tegemoetkomingen aan

Wanneer een beklag of beroep van een ingeslotene gegrond wordt verklaard, geldt dat de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) een tegemoetkoming voor de geleden schade kan toekennen. Voor het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming hanteren zij de RSJ lijst met standaard bedragen. Deze lijst wordt per 1 augustus 2021 aangepast. Zo wordt het overzicht aangevuld met nieuwe categorieën en er wordt op alle bedragen inflatiecorrectie toegepast. De meeste tegemoetkomingen voor gegrond verklaarde klachten zijn met €2,50 verhoogd. Een onterechte plaatsing in een kale isoleercel geeft nu €12,50 per dag. 

Wij zijn blij dat er een verhoging heeft plaatsgevonden van de standaardbedragen voor een tegemoetkoming maar zijn nog steeds van mening dat deze standaard bedragen te laag liggen en geen recht doen aan de klachten van de ingeslotenen.

Zie hier het overzicht met de nieuwe bedragen.

Categorieën
Klachten en uitspraken Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring

Uitspraak beroepsrechter over lockdown in januari 2019: een collectieve straf die toch wordt toegestaan

In januari 2019 heeft de directeur van Detentiecentrum Rotterdam naar aanleiding van onrust in het detentiecentrum besloten om een ‘lockdown’ en ‘fasenplan’ toe te passen. Dit betekent dat alle ingeslotenen, zonder een onderscheid te maken tussen de aanstichters van een incident en de overige ingeslotenen, voor een onbepaalde periode werden geïsoleerd en in fasen werd toegewerkt naar een normaal dagprogramma. Dit betekent ook dat een afdeling bij onrust direct een fase teruggeplaatst kan worden. Hiertoe heeft de directeur op 25 januari 2019 inderdaad besloten na een geweldsincident tussen ingeslotenen en bewakingspersoneel. 

Dit betekende een aanzienlijke inperking op het dagprogramma, ook voor ingeslotenen die niks met de onrust te maken hebben gehad. Namens één van deze ingeslotenen hebben wij een klacht ingediend. De Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft ruim twee jaar na dit incident, op 10 juni 2021, hierover uitspraak gedaan (R-19/5027/GA). Daarin bevestigt zij dat de directeur in redelijkheid kon besluiten om terug te schakelen in het fasenplan. 

Vreemdelingendetentie is een bestuursrechtelijke maatregel. Gelet op het beginsel van minimale beperkingen mogen ingeslotenen niet verder in hun rechten beperkt worden dan noodzakelijk is. De beslissing om bij onrust in het detentiecentrum een lockdown toe te passen, en bij onrust onder een aantal personen op de afdeling weer terug te schakelen in het fasenplan, is naar onze mening disproportioneel en in strijd met het beginsel dat collectieve straffen verbiedt (art. 51 lid 5 Pbw). Het is daarom teleurstellend dat de RSJ oordeelt dat de lockdown en het faseplan geoorloofd zijn.

De lockdown is onderdeel van een wijziging (novelle) op het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring. Met de lockdown wordt beoogd daadkrachtig te kunnen optreden bij grote veiligheidsproblemen en incidenten in het detentiecentrum. In de toelichting op de wet wordt benadrukt dat er alleen een lockdown kan worden ingesteld in uitzonderingssituaties waarin dit noodzakelijk is. Dit wetsvoorstel is overigens in 2015 al ingediend, maar nog steeds niet ingevoerd. De novelle dateert van juni 2020. Op 10 februari 2021 is het wetsvoorstel controversieel verklaard waardoor de behandeling stil ligt. Dit betekent dat de directeur van het detentiecentrum volgens de wet nog niet de bevoegdheid heeft om een lockdown in te stellen. Nog een reden om het niet te doen, en daarom is het voor ons nog moeilijker te begrijpen dat de RSJ geoordeeld heeft dat de directeur hiertoe in redelijkheid kon beslissen  en het beroep ongegrond heeft verklaard.

Wij blijven de ontwikkelingen rond het wetsvoorstel kritisch volgen, net als de toepassing van de meest vrijheidsbeperkende maatregelen daarin.

Categorieën
Klachten en uitspraken

Lange wachttijden en moeizaam proces bij het indienen van klachten tegen de directie van het detentiecentrum

In onze nieuwsbrief van januari hebben wij aandacht besteed aan het langdurige en moeizame klachtproces als het gaat om klachten die ingeslotenen in vreemdelingendetentie indienen bij de Commissie van Toezicht (CvT) en de Raad voor de Sanctietoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). De beslistermijn van vier weken bij de Commissie van Toezicht wordt bijna standaard overschreden en ook de RSJ kampt al jaren met grote achterstanden

Ingeslotenen moeten daardoor vaak lang wachten op een uitspraak in hun beklag- en beroepszaak. Een uitspraak van 10 juni 2021 over een incident van januari 2019 laat zien dit probleem nog steeds actueel is. Die klacht, over een ingestelde lockdown in Detentiecentrum Rotterdam, is ingediend op 1 februari 2019. Ruim zeven maanden later, op 14 oktober 2019, is de klacht door de beklagcommissie van de CvT gegrond verklaard wegens het ontbreken van een verweer aan de kant van de directie van Detentiecentrum Rotterdam. De directie is tegen deze uitspraak in beroep gegaan, waarna de beroepscommissie van de RSJ de klacht op 10 juni 2021, zo’n achttien maanden later, alsnog ongegrond heeft verklaard. Verderop in deze nieuwsbrief lees je meer over deze klacht.

Helaas zien we – ook na nieuwe afspraken hierover met de Commissie van Toezicht en Detentiecentrum Rotterdam van januari vorig jaar – dat vooral de indieningstermijn streng wordt gehandhaafd, de termijn voor reactie (verweer) en behandeling niet. Dit is een groot nadeel voor ingeslotenen die zich niet bewust zijn dat een klacht binnen 7 dagen moet worden ingediend, of die eerst met ons willen overleggen en een handtekening moeten zetten voor indiening.

Het komt ook dit jaar regelmatig voor dat klachten pas maanden later op zitting komen, of dat de ingeslotenen langdurig moeten wachten op een uitspraak. Er zijn in januari vorig jaar afspraken gemaakt het de Commissie van Toezicht over snellere afhandeling. Daarin wordt het detentiecentrum een termijn van maximaal twee weken gegeven om met een verweer (een reactie op de klacht) te komen. Ook deze termijn wordt zelden gehaald. Opvallend is bijvoorbeeld dat tot op heden een verweer en zittingsdatum ontbreekt van een klacht die wij op 7 januari 2021 hebben ingediend bij de CvT. 

Hoewel de beklagcommissie de beslistermijn geregeld overschrijdt en zittingen soms uitgesteld worden doordat de directie pas laat verweer levert, wordt door de CvT strikt vastgehouden aan de termijn voor het indienen van een klacht met machtiging van de klager. Doordat wij voor het opsturen van de machtiging afhankelijk zijn van de post van en naar DCR, vaak met een weekend ertussen, komt het wegens postvertraging regelmatig voor dat een machtiging een dag of enkele dagen te laat wordt ingediend. 

Uit het jaarverslag van de CvT blijkt dat van de in totaal 536 bij detentiecentra ingediende klachten er maar liefst 164 niet-ontvankelijk zijn verklaard, dat is maar liefst 30% van de klachten. Het Meldpunt heeft in 2020 231 klachten ingediend, waarvan ruim een kwart van de door ons ingediende klachten niet-ontvankelijk is verklaard wegens het te laat opsturen van de machtiging. 

Het Meldpunt betreurt het dat termijnen alleen voor ingeslotenen streng worden gehandhaafd. Zeker nu uit de cijfers blijkt dat dit hierdoor 25% tot 30% van de ingediende klachten niet inhoudelijk in behandeling worden genomen. Gerede klachten, waarop een snelle en adequate reactie door directie en Commissie van Toezicht op zijn plek zou zijn.

Categorieën
Klachten en uitspraken

Uitspraak beroepsrechter over lockdown in januari 2019: een collectieve straf die toch wordt toegestaan

In januari 2019 heeft de directeur van Detentiecentrum Rotterdam naar aanleiding van onrust in het detentiecentrum besloten om een ‘lockdown’ en ‘fasenplan’ toe te passen. Dit betekent dat alle ingeslotenen, zonder een onderscheid te maken tussen de aanstichters van een incident en de overige ingeslotenen, voor een onbepaalde periode werden geïsoleerd en in fasen werd toegewerkt naar een normaal dagprogramma. Dit betekent ook dat een afdeling bij onrust direct een fase teruggeplaatst kan worden. Hiertoe heeft de directeur op 25 januari 2019 inderdaad besloten na een geweldsincident tussen ingeslotenen en bewakingspersoneel. 

Dit betekende een aanzienlijke inperking op het dagprogramma, ook voor ingeslotenen die niks met de onrust te maken hebben gehad. Namens één van deze ingeslotenen hebben wij een klacht ingediend. De Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft ruim twee jaar na dit incident, op 10 juni 2021, hierover uitspraak gedaan (R-19/5027/GA). Daarin bevestigt zij dat de directeur in redelijkheid kon besluiten om terug te schakelen in het fasenplan.

Vreemdelingendetentie is een bestuursrechtelijke maatregel. Gelet op het beginsel van minimale beperkingen mogen ingeslotenen niet verder in hun rechten beperkt worden dan noodzakelijk is. De beslissing om bij onrust in het detentiecentrum een lockdown toe te passen, en bij onrust onder een aantal personen op de afdeling weer terug te schakelen in het fasenplan, is naar onze mening disproportioneel en in strijd met het beginsel dat collectieve straffen verbiedt (art. 51 lid 5 Pbw). Het is daarom teleurstellend dat de RSJ oordeelt dat de lockdown en het faseplan geoorloofd zijn.

De lockdown is onderdeel van een wijziging (novelle) op het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring. Met de lockdown wordt beoogd daadkrachtig te kunnen optreden bij grote veiligheidsproblemen en incidenten in het detentiecentrum. In de toelichting op de wet wordt benadrukt dat er alleen een lockdown kan worden ingesteld in uitzonderingssituaties waarin dit noodzakelijk is. Dit wetsvoorstel is overigens in 2015 al ingediend, maar nog steeds niet ingevoerd. De novelle dateert van juni 2020. Op 10 februari 2021 is het wetsvoorstel controversieel verklaard waardoor de behandeling stil ligt. Dit betekent dat de directeur van het detentiecentrum volgens de wet nog niet de bevoegdheid heeft om een lockdown in te stellen. Nog een reden om het niet te doen, en daarom is het voor ons nog moeilijker te begrijpen dat de RSJ geoordeeld heeft dat de directeur hiertoe in redelijkheid kon beslissen en het beroep ongegrond heeft verklaard.

Wij blijven de ontwikkelingen rond het wetsvoorstel kritisch volgen, net als de toepassing van de meest vrijheidsbeperkende maatregelen daarin.

Categorieën
Klachten en uitspraken

Doorzoekingen en visitaties in april 2019 waren rechtmatig, oordeelt de beroepsrechter

Vorige week kreeg het Meldpunt enkele uitspraken binnen van de  Raad van de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), die nog gaan over een incident in april 2019. Naar aanleiding van een pakketje dat over de muur van detentiecentrum Rotterdam werd gegooid, heeft in april 2019 een ‘spitactie’ plaatsgevonden, wat wil zeggen dat de meeste cellen zijn doorzocht op verboden goederen. Veel mensen zijn gefouilleerd en zelfs gevisiteerd. Rond de 60 ingeslotenen kregen te maken deze vernederende praktijk, waarbij iemands naakte lichaam aan alle kanten wordt geïnspecteerd.

Bovendien ging de gebruikelijke avondrecreatie niet door, werden de telefoonverbinding en watervoorziening tijdens de spitactie afgesloten en werd meermaals geklaagd over het niet of te laat uitgereikt krijgen van medicatie. Over deze gebeurtenissen hebben wij namens meerdere bellers bij de Commissie van Toezicht klachten ingediend. In een zestal gevallen hebben wij na het afwijzen van deze klachten samen met de klagers beroep ingediend bij de Raad van de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). De uitspraken van de RSJ kregen wij deze maand eindelijk binnen, bijna twee jaar na de gebeurtenissen en 19 maanden na het instellen van het beroep. De ingrijpende maatregelen werden – mede gelet op het onderzoeksbelang en de orde en veiligheid in de inrichting – ‘redelijk en billijk’ geacht door de Raad. De klachten zijn dus ongegrond verklaard.

Deze gebeurtenissen, die blijkbaar door de beugel kunnen, laten zien hoezeer vreemdelingendetentie (een bestuursrechtelijke maatregel) overeenkomsten vertoont met de detentie van strafrechtelijke gedetineerden. Ook ingeslotenen die geen strafbaar feit hebben begaan kunnen – bij een vermoeden van het invoeren van verboden goederen – aan ingrijpende cel doorzoekingen en collectieve beperkingen van activiteiten onderworpen worden.