Kamervragen over coronamaatregelen in vreemdelingendetentie

Kamervragen over coronamaatregelen in vreemdelingendetentie

Bram van Oijk (GroenLinks) stelde begin september een aantal schriftelijke vragen aan staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Ankie Broekers-Knol over de coronamaatregelen in vreemdelingenbewaring, waarop de staatssecretaris op 15 oktober een reactie stuurde.

Broekers-Knol weigert antwoord te geven op de vraag waarom Detentiecentrum Rotterdam (DCR) geen zeep en desinfecterende handgel verstrekt, ondanks dat de Commissie van Toezicht (CvT) klagers in juli het gelijk stelde en de directie adviseerde dit wel te doen. Volgens Broekers-Knol ligt er een hoger beroep van het DCR over deze uitspraak bij de rechter en kan zij er in de tussentijd niks over zeggen. Dit is onjuist. Het termijn om in beroep te gaan is verstreken, de directie van DCR heeft de uitspraak van de CvT naast zich neergelegd en geen zeep of andere desinfecterende middelen verstrekt. De genoemde zitting van 3 september bij beroepsrechter RSJ gaat over andere onderdelen van de in maart ingediende klachten.

Ook laat Broekers-Knol in haar reactie meerdere keren weten dat binnen vreemdelingenbewaring wordt gehandeld conform de richtlijnen van de GGD en het RIVM. Zo worden ingeslotenen, net als de rest van de bevolking, getest als zij passende symptomen hebben. Daarnaast wordt er benadrukt dat nieuwe binnenkomers acht dagen in preventieve quarantaine worden geplaatst als waarborg tegen ongemerkte overdracht van het virus. Ondanks deze maatregelen werden er in oktober in DCR drie afdelingen voor 10 dagen of langer in quarantaine geplaatst, omdat er opnieuw een corona-uitbraak plaatsvond.

Het wekt onze verbazing dat er in deze reactie op Kamervragen de aandacht wordt gericht op besmetting vanuit nieuwe ingeslotenen, wanneer er dagelijks bewakers en ander personeel het detentiecentrum in en uit lopen.

Lees het volledige antwoord op officielebekendmakingen.nl