Kamervragen over de situatie in gevangenissen in coronatijd

Kamervragen over de situatie in gevangenissen in coronatijd

Als lid van de Tweede Kamer heeft Michiel van Nispen (SP) op 14 mei 2020 vragen ingediend over de situatie in gevangenissen in coronatijd. Deze vragen stelde hij naar aanleiding van het Volkskrantartikel ‘Oud-gevangenisdirecteur: ‘Coronamisstanden in gevangenissen, gedetineerden worden monddood gemaakt’ dat werd gepubliceerd op 13 mei 2020. Op 29 juni heeft Sander Dekker als minister voor Rechtsbescherming deze in totaal 13 vragen, na een eerdere vraag om uitstel, beantwoord. 

Van Nispen stelt allereerst het niet overeenkomende beeld, gegeven door de minister en gedetineerden zelf, van de situatie in gevangenissen tijdens de coronacrisis aan de kaak. Minister Dekker zegt te vertrouwen op de juistheid van de regelmatige informatieverschaffing van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Ook legt hij (virtuele) bezoeken af aan penitentiaire inrichtingen (PI´s), waardoor hij van mening is goed op de hoogte te zijn wat zich in de gevangenissen afspeelt. Het Meldpunt vind dit niet een bevredigend antwoord aangezien de minister alleen de DJI zelf raadpleegt.

Daarnaast ging een aantal vragen ook over de angst voor verspreiding van het coronavirus. Er zijn zorgen geuit over het nalaten van de anderhalve meter afstand en het niet ter beschikking stellen van zeep, en voor de medewerkers beschermende middelen, zoals handschoenen. Over de gestelde richtlijnen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) met betrekking tot de anderhalve meter afstand wordt alleen gezegd dat de DJI deze volgt voor zover mogelijk is binnen het gebouw. Dit antwoord is kort en onbevredigend. Zeep zou volgens de minister beschikbaar zijn in de algemene ruimte van de PI´s. Echter is vanuit het Meldpunt duidelijk geworden dat in ieder geval in Detentiecentrum Rotterdam er geen zeep beschikbaar is voor ingeslotenen in algemene ruimtes. Op cel moeten gedetineerden zelf zorgen voor zeep, door dit aan te schaffen in de winkel. Medewerkers worden volgens minister Dekker wel in beschikking gesteld van persoonlijke beschermingsmiddelen als zij met mogelijk besmette gedetineerden in direct contact komen.

Tot slot is gevraagd naar het gebruik van meerpersoonscellen in verband met de richtlijnen van het RIVM en een door de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) gegrond bezwaar. Het antwoord van de minister luidt dat plaatsing in een meerpersoonscel veilig en verantwoord kan plaatsvinden, omdat hierbij gebruik wordt gemaakt van een vaste werkwijze. Gedetineerden die voor het eerst binnenkomen worden twee weken gemonitord op een aparte afdeling in een eenpersoonscel. Alleen wanneer iemand klachtvrij is wordt deze persoon in een meerpersoonscel geplaatst. De uitspraak van de RSJ hield in dat er in het specifieke geval niet voldoende gemotiveerd was waarom het gezondheidsrisico aanvaardbaar was. Dit zou niet afdoen aan de overige gevallen waarbij de plaatsing in een meerpersoonscel niet geschorst werd door de RSJ. Het Meldpunt vind het risico op corona, wat juist door bewakers/medewerkers van DCR kan worden overgedragen te groot om het gebruik van meerpersoonscellen toe te laten ook al is ingeslotenen zelf nog niet ziek. En ziet dit dan ook graag anders.