In de eerste week van april zijn waarschijnlijk zo’n 80 ingeslotenen met een Marokkaanse nationaliteit vrijgelaten uit Detentiecentrum Rotterdam (DCR). Dit is gebeurd naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State waarbij is vastgesteld dat al ruim anderhalf jaar geen zicht op uitzetting is voor Marokkaanse ongedocumenteerden.
De vrijlatingen hebben als gevolg dat de bezetting in het DCR behoorlijk is afgenomen. Wij hoopten dat de achtergebleven ingeslotenen hierdoor beter verspreid zouden kunnen worden over de afdelingen van het detentiecentrum, waardoor het gebruik van meerpersoonscellen zou afnemen. Dit zou het risico van verspreiding van corona kunnen beperken bij een volgende uitbraak. Maar, belangrijker, het zou voor veel mensen meer rust en privacy betekenen. Het is voor nu eenmaal extra belastend om een celgenoot te hebben als je 20-21 uur samen in een ruimte van tien vierkante meter moet doorbrengen.
Echter, wij hoorden vrij snel van een beller dat een afdeling is gesloten en deze mensen over andere afdelingen zijn verspreid en samen gezet met anderen. Wij delen zijn onbegrip over die beslissing en we hebben hier vervolgens ook vragen gesteld aan de directie. Die laat ons via een woordvoerder weten dat er opnieuw sprake is van een personeelstekort. Door een hoog ziekteverzuim onder het personeel, in verband met corona, waren ze noodgedwongen de betreffende afdeling te sluiten. Voor ons is het moeilijk te begrijpen dat, na een jaar waarin regelmatig personeelstekort werd aangevoerd als reden om mensen lange dagen in hun cel op te sluiten, nog steeds geen manieren zijn gevonden om de omstandigheden te verbeteren.