Eind maart besloot DJI dat er geen gebruik meer kon worden gemaakt van de digitale berichtenservice door ingeslotenen. Dit naar aanleiding van een onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM) waarin zij concludeerde dat er onvoldoende zicht was op het systeem. Er was niet duidelijk wie er precies toegang hadden tot de gegevens. Ook was onduidelijk of de berichtenservice voldoet aan de wettelijke eisen die gesteld worden aan de verwerking van persoonsgegevens. Er was onder andere angst voor het risico dat er via eMates criminele handelingen werden voortgezet tijdens detentie.
Om gedurende het onderzoek toch nog te communiceren via eMates werd het alternatief gegeven de berichten uit te printen en per post naar de inrichtingen te sturen. Op deze manier konden ingeslotenen toch nog via eMates communiceren met hun sociale relaties. Helaas is nu ook deze optie stopgezet en worden ook de geprinte berichten niet meer uitgedeeld. De DJI wilt eerst dat het onderzoek naar het systeem en de werkwijze wordt uitgevoerd en volledig is afgerond voordat er weer gebruik kan worden gemaakt van eMates. Tegen deze beslissing van het DJI is een klacht ingediend door een ingeslotene in de hoop dat eMates dan nog wel berichten via post zou mogen verzenden. Het niet meer uitreiken van berichten van eMates zou een beslissing van de directeur zijn en daarom in behandeling genomen moeten worden. De directeur is het hier echter niet mee eens, het is een algemene regel die voor elke ingeslotene geldt. Deze klacht is ook door de voorzitter niet-ontvankelijk verklaard.
Ook in de vreemdelingendetentie kunnen ingeslotenen dus niet meer communiceren via de geprinte eMates berichten. Het communiceren met sociale relaties wordt nu nog moeilijker terwijl dit erg belangrijk kan zijn voor de mensen in vreemdelingendetentie.