Sinds November zitten veel mensen vast in Schiphol grensdetentie. Zij zijn hier aangekomen via een nieuwe vliegroute vanuit West-Afrika. De duur van grensdetentie is in de regel maximaal 28 dagen, maar wij krijgen telefoontjes binnen van mensen die nu, vijf maanden later, nog steeds niet vrijgelaten zijn. Een van hen is Oumar, een jonge man uit Senegal. Via de telefoon uit hij zich over de situatie in detentie en de onmenselijkheid van het beleid van de Nederlandse overheid.
Oumar: “We hebben geen misdaad gepleegd. We wachten hier simpelweg onze asielaanvraag af. Ze vertelden ons 28 dagen. Inmiddels zijn we al meer dan 100 dagen opgesloten. En nu zeggen ze dat ze ons hier zes maanden kunnen vasthouden. Hoe is dat mogelijk? Is dit een land van mensenrechten?”
Veel van de mensen die we spreken zijn verbijsterd over hun situatie. Ze kwamen aan na een lange vlucht met het vliegtuig, en vaak ook over land, op zoek naar een veilige plek om te wonen. Nooit hadden ze gedacht dat ze in Nederland maandenlang zouden worden opgesloten.
Wanhoop en woede speelt bij ingeslotenen over zowel het vooruitzicht om nog langer opgesloten te blijven als om gedwongen teruggestuurd te worden. Wij spraken minstens 10 mensen die in Februari en Maart gedwongen zijn uitgezet naar Senegal en Mauritanië in een vlucht via Casablanca. Maar volgens Oumar zijn dat er veel meer:
“Ze hebben zoveel mensen uitgezet. Ik heb het niet meer bijgehouden. Je hebt zo’n lange afstand afgelegd en zoveel geld uitgegeven om hier te komen. We zijn op zoek naar bescherming en een beter leven. Wij zijn geen individuele mensen. Wij hebben hele families, kinderen die op ons rekenen. We kunnen niets doen en zitten opgesloten, urenlang staar ik met rode ogen naar de muur. En om dan te horen dat al die maanden voor niets zijn geweest… Dat ik straks gedwongen op een vliegtuig wordt gezet …”
Er heerst angst rondom de deportaties en verzet daartegen. Zoals wij bij Meldpunt Vreemdelingendetentie ook hebben opgemerkt, is er vaak sprake van geweld bij gedwongen uitzettingen. Ook kunnen ingeslotenen die zich verzetten tot wel twee weken lang vastgezet in een isoleercel. Zo vertelt Oumar:
“Ze binden hun handen vast en bedekken hun monden. We zien zoveel van onze mensen gedwongen vertrekken. Mensen uit Somalië, Burkina Faso, Senegal, Mauritanië. Als je niet meewerkt, brengen ze je naar OBS [observatiecel, isoleercel] in Rotterdam. Je krijgt een scheurjurk aan en ze observeren je 24 uur per dag op een camera. Mensen zeggen dat ze zelfmoord gaan plegen als ze teruggestuurd worden en dan worden ze in OBS geplaatst.”
Oumar is in beroep gegaan tegen zijn bewaringszaak en wacht de uitkomst af. Net als veel anderen ondermijnt het lang opgesloten zitten en de onzekerheid over zijn mogelijke vrijlating zijn mentale gezondheid.
“Inmiddels zijn enkele van ons vrijgelaten. Sommigen zitten in het AZC. Anderen hadden zes dagen om op eigen initiatief het land te verlaten. Het beleid is willekeurig. Elke keer dat we iemand zien vertrekken vragen we ons af of wij de volgende zijn. Mijn mentale gezondheid gaat langzaam achteruit. Ik ben geen crimineel. Ik zoek enkel bescherming, maar in plaats daarvan zit ik opgesloten.”
Bij Meldpunt Vreemdelingendetentie spraken wij Oumar vaak aan de telefoon. Tot onze spijt hebben wij recentelijk vernomen dat hij na bijna een half jaar in JCS-grensdetentie toch gedwongen is uitgezet.