Lessen Schipholbrand in de wind geslagen – Nederlandse centra voor vreemdelingendetentie hebben nauwelijks lessen geleerd van de dodelijke Schipholbrand van elf jaar geleden. Dat concluderen Amnesty International, Stichting LOS en Dokters van de Wereld in het vandaag verschenen rapport Brand in het detentiecentrum Rotterdam.
Afgelopen mei was er brand in het vreemdelingendetentiecentrum in Rotterdam. Het optreden tegen die brand en de nazorg voor de gevangenen vertoonden ernstige gebreken, zo blijkt uit het rapport. Mensen zijn later dan nodig uit hun cel bevrijd, in ieder geval vijf mensen werden naar aanleiding van de brand voor straf in een isoleercel opgesloten, geweldsgebruik door personeel is niet onderzocht, meerdere mensen werden ontkleed en gevisiteerd en er is waarschijnlijk onvoldoende rekening gehouden met de kwetsbaarheid van degene die de brand heeft veroorzaakt.
De Inspectie Veiligheid en Justitie heeft geen onderzoek naar de brand ingesteld. Daarom dringen de organisaties er bij staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie op aan de gang van zaken rondom de brand alsnog te onderzoeken. De organisaties pleiten onder meer voor betere screening om vreemdelingendetentie van kwetsbare personen te voorkomen, afschaffing van plaatsing in isoleercellen als straf, adequate opvang en nazorg in geval van calamiteiten, afschaffing van visitatie, centrale celdeurontgrendeling in geval van calamiteiten en gedegen onderzoek bij incidenten waarbij door het personeel geweld is gebruikt.
Aanleiding voor het onderzoek
Bij de brand op 25 mei 2016 in het detentiecentrum in Rotterdam vielen geen slachtoffers, maar de brand was voor veel gevangenen een traumatische ervaring. Velen van hen belden de dagen erna met het Meldpunt Vreemdelingendetentie van Stichting Los. Het waren verontrustende telefoontjes, die de voor dit rapport samenwerkende organisaties ertoe aanzetten onderzoek te doen naar wat er die 25 mei precies is gebeurd.
De brand
De brand in het Rotterdamse detentiecentrum ontstond toen een gedetineerde vreemdeling zijn matras in brand stak. Er zaten 47 migranten op zijn afdeling, waarvan een deel in paniek raakte toen na het uitbreken van de brand de celdeuren niet meteen werden opengemaakt.
‘Ik had gehoord over de Schipholbrand en was bang dat ons hetzelfde zou overkomen. We zagen de bewakers langslopen, maar ze deden de celdeuren niet open. We bonsden op de deuren en riepen “Jullie laten ons hier toch niet stikken?” Een bewaker deed het luikje van onze cel open waardoor er nog meer rook de cel binnendrong.’- Gedetineerde A (inmiddels uitgezet naar Congo) |
Normen Onderzoeksraad voor Veiligheid niet nageleefd
Tijdens en na de brand ging er een hoop mis in het detentiecentrum. Zo werden deuren niet centraal ontgrendeld, waardoor de migranten pas konden ontsnappen toen de brandweer hen één voor één bevrijdde. De migranten brachten bij een temperatuur van 8 graden, onvoldoende warm gekleed, lange tijd door op een luchtplaats. Ze kregen daar geen dekens, eten en drinken.
Ook was er na de brand, voor zover wij konden nagaan, geen nazorg voor de migranten. Zij kregen geen psychosociale bijstand. Ten minste vijf mannen, onder wie degene die de brand veroorzaakte, werden zelfs in een isoleercel geplaatst, wat een extra traumatiserende ervaring is. Het personeel gebruikte tegen enkelen van hen geweld. Dat leidde niet tot een melding of onderzoek. Bovendien werden zij voordat zij in een isoleercel werden geplaatst gevisiteerd (ontkleed en lichamelijk onderzocht), terwijl die mensonterende methode volgens de staatssecretaris alleen nog in zeer uitzonderijke situaties en zeker niet standaard zou worden toegepast.
‘Ze brachten me geboeid naar de isoleercel en vroegen of ik wilde meewerken. Ik begreep het niet. Meewerken waaraan? Daarna werd ik bij mijn benen vastgepakt en op mijn buik op de grond gedrukt. De bewaker boog mijn benen zodat mijn hielen op mijn billen drukten. Ik hoorde een knak in mijn rug. Daarna moest ik mijn handen onder mijn buik doen en werd mijn onderbroek uitgetrokken. Ik schaamde me, er stonden twee vrouwelijke bewakers bij. Die konden mij naakt zien.’ – De heer C tijdens een telefoongesprek met een medewerker van het Meldpunt Vreemdelingendetentie, 17 juni 2016 |
Dit alles laat zien dat de heldere normen die de Onderzoeksraad voor Veiligheid in haar rapport naar aanleiding van de Schipholbrand heeft gesteld, niet zijn nageleefd.
Vreemdelingendetentie
Nederland sluit ieder jaar duizenden vreemdelingen op in een gevangenis. Niet omdat ze een strafbaar feit hebben gepleegd, maar omdat ze wachten op behandeling van hun asielverzoek of op uitzetting. Vreemdelingendetentie mag alleen worden toegepast als het niet anders kan en alle minder ingrijpende mogelijkheden zijn uitgeput. De samenwerkende organisaties hebben meermaals geconstateerd dat vreemdelingendetentie in Nederland nog steeds niet alleen wordt toegepast als laatste redmiddel.
Aanbevelingen
Amnesty International, Stichting LOS en Dokters van de Wereld roepen de staatssecretaris op:
- Stel een onderzoek in naar de gang van zaken rond de brand.
- Implementeer de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit het rapport Brand cellencomplex Schiphol-Oost.
- Voorkom vreemdelingendetentie door gebruikmaking van alternatieven voor detentie
- Voorkom in alle gevallen detentie van kwetsbare vreemdelingen.
- Zorg voor centrale ontgrendeling van celdeuren in geval van nood.
- Schaf opsluiting in een isoleercel als strafmaatregel af.
- Schaf visitatie af.
- Zorg voor de slachtoffers van de brand in Rotterdam.
Het rapport
Amnesty International, Stichting LOS en Dokters van de Wereld baseerden hun rapport op berichten uit de media, verklaringen van elf gedetineerde migranten, en medische gegevens en dossierstukken van het detentiecentrum over de gedetineerden. Het rapport is op 7 september gestuurd naar de staatssecretaris, de Vaste Kamercommissie, de Inspectie Veiligheid en Justitie, de Commissie van Toezicht bij het Detentiecentrum Rotterdam en de Onderzoeksraad voor Veiligheid.