Uitspraak Rechtbank Den Haag: “zicht op uitzetting binnen redelijke termijn ontbreekt niet”

Uitspraak Rechtbank Den Haag: “zicht op uitzetting binnen redelijke termijn ontbreekt niet”

De rechtbank Den Haag is van oordeel dat het zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn bij een ongedocumenteerde niet ontbreekt.

Zo besluit de rechter: ‘Hoewel er niet op korte termijn naar Polen kan worden gevlogen vanwege het Coronavirus en op dit moment nog onduidelijk is hoelang de huidige maatregelen ter bestrijding van (de verspreiding van) het Coronavirus zullen duren, zijn de uitzettingsbelemmeringen naar hun aard tijdelijk. Daarbij komt dat eiser in het laatste vertrekgesprek van 9 april 2020 heeft aangegeven dat hij op geen enkele manier medewerking gaat verlenen aan de vlucht en dat hij zich zal gaan verzetten tegen de uitzetting. Uit de voortgangsgegevens blijkt ook dat voor eiser op 12 april 2020 een vlucht was geboekt, maar dat deze moest worden geannuleerd omdat die niet met escorts kon plaatsvinden. Verweerder is daarom genoodzaakt om te wachten op het moment dat eiser onder begeleiding van escorts uitgezet kan worden. Verder heeft verweerder aangegeven dat er in de maand mei weer geëscorteerde vluchten zullen plaatsvinden.’

Om deze reden ziet de rechter geen aanleiding om te oordelen dat het zicht op uitzetting naar Polen ontbreekt. De rechter sluit het oordeel als volgt: ‘Indien de situatie dat tijdelijk niet tot uitzetting kan worden overgegaan te lang gaat voortduren, kan eiser de zaak opnieuw voorleggen. De beroepsgrond van eiser slaagt niet.’