Vreemdelingendetentie van 8 jaar geleden blijft zwaar voor meneer S.

Vreemdelingendetentie van 8 jaar geleden blijft zwaar voor meneer S.

De ongedocumenteerde S. werd in 2015 door de politie ontdekt en opgepakt. „Ik heb eerst tien dagen in een heel kleine cel zonder ramen gezeten”, herinnert hij zich. Het lukte zijn advocaat niet om hem vrij te krijgen. In mei 2016 maakte hij de brand in het Rotterdamse vreemdelingencentrum mee. „Normaal word je gered, maar wij kregen handboeien om.”
Toen hij in de zomer van 2016 door de Koninklijke Marechaussee naar het vliegtuig richting Burundi werd begeleid, kwam er een telefoontje. S. mocht tóch blijven. „Donder op”, reageerde hij, „ik geloof het niet!”
Het was echt waar. Hij kreeg opnieuw een vergunning, omdat Burundi weer onveilig was geworden na een mislukte coup.
Inmiddels heeft hij een Nederlands paspoort en werkt hij als monteur bij een energiebedrijf. S. kijkt met bitterheid terug op acht jaar onzekerheid. Hij snapt er nog steeds niets van: „Ik was bezig met integreren, en plotseling werd ik gevangen gezet. Terwijl ik niet geloof dat ik in een gevangenis hoorde.”
——————————————-
Bovenstaande komt uit een artikel in de NRC, geschreven door Wafa Al Ali. Het Meldpunt Vreemdelingendetentie heeft maandenlang met meneer S. gesproken toen hij in vreemdelingendetentie zat. We hebben hem bezocht en gezien hoe traumatisch het cellencomplex voor hem was. Vrijheidsontneming is een ongelofelijk zwaar middel dat te makkelijk wordt opgelegd op een groep mensen die vaak toch al erg kwetsbaar is. Gelukkig mag meneer S. zich ondertussen Nederlander noemen, maar alle jaren van stress en onzekerheid zullen blijvende impact hebben.