Op 29 augustus 2022 heeft de Nationale ombudsman een beslissing gedaan over een klacht van meneer W die door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) ongegrond verklaard is. ‘De Nationale ombudsman vindt dat DJI de klacht van de heer W. niet goed heeft behandeld.’ Hieronder een gedeelte van het rapport:
Wat is de klacht van de heer W?
U klaagt er namens de heer W. over dat hij op 17 februari 2020 door een toezichthouder van DCR is benaderd met de vraag of hij op de afdelingen binnen DCR in de gaten zou willen houden of er drugs gedeald worden. Hem zou zijn gevraagd zijn bevindingen te melden bij de betreffende toezichthouder. Op het moment dat de toezichthouder dit voorstel deed, zat de heer W. in isolatie. De heer W. stelt dat de toezichthouder beloofde hem uit isolatie te halen als hij zou meewerken aan het verzoek. Volgens de heer W. heeft hij dit verzoek afgewezen. De heer W. stelt dat hem een week later opnieuw hetzelfde voorstel is gedaan, alleen dit keer dreigde de toezichthouder dat de heer W. langer in isolatie zou moeten blijven als hij niet zou meewerken aan het verzoek. De heer W. zegt ook dit verzoek te hebben afgewezen.
Conclusie
De ombudsman komt op grond van zijn onderzoek tot de conclusie dat DJI de klacht niet op een zorgvuldige wijze heeft behandeld. De ombudsman vindt de klacht over de klachtbehandeling door DJI gegrond wegens schending van het behoorlijkheidsvereiste van fair play. DJI handelde hiermee niet in overeenstemming met de uitgangspunten van het rapport ‘Ombudsvisie op professionele klachtbehandeling.’ De Nationale ombudsman kan niet meer achterhalen of de heer W. daadwerkelijk is gevraagd om als informant op te treden binnen DCR. Daarom geeft de ombudsman geen oordeel over dit onderdeel van de klacht.