De aanpassing van het wetsvoorstel heeft te maken met de lange voorgeschiedenis van het wetsvoorstel, vandaar nu eerst een bondige samenvatting. In 2013 is het wetsvoorstelWet Terugkeer en Vreemdelingenbewaring toegezegd. In 2018 is het wetsvoorstel door de Tweede Kamer aangenomen en ingediend bij de Eerste Kamer. Vervolgens in 2019 heeft de Eerste Kamer een aanpassing van het wetsvoorstel voorgesteld, ook wel ‘novelle’ genoemd. Deze aanpassing gaf de directeur bevoegdheid om een lockdown in vreemdelingendetentie in te stellen. Bij een lockdown zijn celdeuren 23 uur per dag gesloten. Deze maatregel zou nodig zijn om op te treden tegen ‘overlastgevende ingeslotenen’. Deze maatregel is echter zorgelijk, gezien er groepsgewijs gestraft wordt en er geen duidelijke richtlijnen zijn om aan te geven wanneer welk gedrag als overlast gezien wordt en wanneer niet. Ook wil de staatssecretaris detentiecentra de bevoegdheden geven om corona-maatregelen in te lassen indien nodig.
Hoewel de wet nog niet is ingevoerd, zien wij dat enkele onderdelen uit het wetsvoorstel in de praktijk al worden toegepast. Zo kunnen de celdeuren in de avond open blijven, zoals voorgesteld in de wet. Daarnaast is er een beheersafdeling geopend waar ingeslotenen in worden geplaatst die volgens het detentiecentrum beheersmatige problematiek vertonen. Door ingeslotenen wordt de beheersafdeling (terecht) gezien als een ‘strafafdeling’ waarin het regime strenger is dan op andere afdelingen. De wet is opgesteld met het uitgangspunt dat er zoveel mogelijkheid vrijheid geboden moet worden in vreemdelingendetentie, toch zien wij dit helaas onvoldoende terug. Zolang de aanpassing van het wetsvoorstel geen rigoureuze verandering zal betekenen blijft vreemdelingendetentie mogelijk in gevangenisachtige setting, met een beheersregime maar ook met straf- en ordemaatregelen zoals de isolatie.