Afgelopen november schreven wij in de nieuwsbrief al over meneer B., die na 19 jaar in Nederland werd uitgezet naar Niger. Samen met hem diende het Meldpunt een klacht in bij de Koninklijke Marechaussee (KMar) over het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen en een geweldsincident waarbij hij te hardhandig naar de grond werd gewerkt.
Er zijn inmiddels elf maanden verstreken sinds de uitzetting, maar de klachtenprocedure is nog in volle gang. Nadat wij officieel de klacht hebben ingediend, ontvingen wij vanuit de KMar een zogenaamde Zienswijze, waarin de betrokken marechaussee medewerkers hebben gereageerd op de klacht en hun visie op de gebeurtenissen van die dag hebben geschetst. Op 19 mei dienden wij namens meneer B. een officiële reactie hierop in aangezien hij de gebeurtenissen heel anders heeft beleefd dan de medewerkers van de KMar.
Op 2 juni volgde er een bemiddelingsgesprek tussen de KMar en meneer B. Hierbij waren meerdere medewerkers van het Meldpunt fysiek aanwezig op Schiphol, B. zelf via een telefoon op speaker. Gedurende het gesprek van ruim vier uur(!) zijn hij en de medewerkers die hem het land uit hebben geëscorteerd het ook daar op cruciale punten niet met elkaar eens kunnen worden over de gebeurtenissen die hem brachten tot zijn klacht.
De volgende stap in de klachtenprocedure van de KMar was dat de brigadecommandant een zienswijze hierover indiende. Hierna hebben wij namens meneer B. een verzoek ingediend om de klacht voor te leggen bij de Onafhankelijke Klachtencommissie. Op 9 september zal de hoorzitting plaatsvinden.
Samen met meneer B. zijn wij van mening dat de procedure lang duurt. De zitting vindt namelijk 5 maanden na het indienen van de definitieve versie van de klacht plaats. Het valt ons op dat de bemiddelingsfase veel stappen kent, waar een klacht in bijvoorbeeld het detentiecentrum direct bij een onafhankelijke commissie kan worden ingediend. In de bemiddelingsfase werd meermalen de vraag gesteld of de klacht voldoende was besproken en afgerond kon worden. In het gesprek werd tevens genoemd dat de commissie niet vaak bijeen komt. Wij vragen ons af hoeveel klachten van uitgezette personen jaarlijks de commissie bereiken en zijn benieuwd naar de manier waarop de klacht door hen zal worden behandeld.