Uitspraak beroepsrechter over lockdown in januari 2019: een collectieve straf die toch wordt toegestaan

Uitspraak beroepsrechter over lockdown in januari 2019: een collectieve straf die toch wordt toegestaan

In januari 2019 heeft de directeur van Detentiecentrum Rotterdam naar aanleiding van onrust in het detentiecentrum besloten om een ‘lockdown’ en ‘fasenplan’ toe te passen. Dit betekent dat alle ingeslotenen, zonder een onderscheid te maken tussen de aanstichters van een incident en de overige ingeslotenen, voor een onbepaalde periode werden geïsoleerd en in fasen werd toegewerkt naar een normaal dagprogramma. Dit betekent ook dat een afdeling bij onrust direct een fase teruggeplaatst kan worden. Hiertoe heeft de directeur op 25 januari 2019 inderdaad besloten na een geweldsincident tussen ingeslotenen en bewakingspersoneel. 

Dit betekende een aanzienlijke inperking op het dagprogramma, ook voor ingeslotenen die niks met de onrust te maken hebben gehad. Namens één van deze ingeslotenen hebben wij een klacht ingediend. De Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft ruim twee jaar na dit incident, op 10 juni 2021, hierover uitspraak gedaan (R-19/5027/GA). Daarin bevestigt zij dat de directeur in redelijkheid kon besluiten om terug te schakelen in het fasenplan.

Vreemdelingendetentie is een bestuursrechtelijke maatregel. Gelet op het beginsel van minimale beperkingen mogen ingeslotenen niet verder in hun rechten beperkt worden dan noodzakelijk is. De beslissing om bij onrust in het detentiecentrum een lockdown toe te passen, en bij onrust onder een aantal personen op de afdeling weer terug te schakelen in het fasenplan, is naar onze mening disproportioneel en in strijd met het beginsel dat collectieve straffen verbiedt (art. 51 lid 5 Pbw). Het is daarom teleurstellend dat de RSJ oordeelt dat de lockdown en het faseplan geoorloofd zijn.

De lockdown is onderdeel van een wijziging (novelle) op het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring. Met de lockdown wordt beoogd daadkrachtig te kunnen optreden bij grote veiligheidsproblemen en incidenten in het detentiecentrum. In de toelichting op de wet wordt benadrukt dat er alleen een lockdown kan worden ingesteld in uitzonderingssituaties waarin dit noodzakelijk is. Dit wetsvoorstel is overigens in 2015 al ingediend, maar nog steeds niet ingevoerd. De novelle dateert van juni 2020. Op 10 februari 2021 is het wetsvoorstel controversieel verklaard waardoor de behandeling stil ligt. Dit betekent dat de directeur van het detentiecentrum volgens de wet nog niet de bevoegdheid heeft om een lockdown in te stellen. Nog een reden om het niet te doen, en daarom is het voor ons nog moeilijker te begrijpen dat de RSJ geoordeeld heeft dat de directeur hiertoe in redelijkheid kon beslissen en het beroep ongegrond heeft verklaard.

Wij blijven de ontwikkelingen rond het wetsvoorstel kritisch volgen, net als de toepassing van de meest vrijheidsbeperkende maatregelen daarin.