Beroepsrechter RSJ: niet luchten tijdens lockdown na protest was terecht

Beroepsrechter RSJ: niet luchten tijdens lockdown na protest was terecht

In de zomer van 2019 vond er een protest plaats, waarbij een groep ingeslotenen in detentiecentrum Rotterdam vanwege de hitte in de cellen weigerde om van de luchtplaats terug naar binnen te komen. Hierop werden drie dagen lang alle ingeslotenen van vier afdelingen opgesloten op hun cel, een zogeheten lockdown.

Een groot deel van de mensen die op dat moment in het detentiecentrum opgesloten waren had echter niet deelgenomen aan dit protest en meerdere mensen van die afdelingen dienden klachten in over de represailles die ook op hen van toepassing waren. Er werd groepsgewijs gestraft, iets wat volgens de huidige wetgeving niet mogelijk zou moeten zijn. Onderdeel van deze straf was dat de ingeslotenen op de eerste dag van opsluiting ook niet mochten luchten. De Commissie van Toezicht verklaarde in december 2019 dit deel van de klacht gegrond, ingeslotenen hebben namelijk altijd het recht om minstens één uur per dag buiten te kunnen zijn. Zelfs in het geval van ernstige calamiteiten dient de inrichting extra inspanningen te verrichten om ingeslotenen niet te beperken in hun luchtrecht.

De directeur van detentiecentrum Rotterdam is hiertegen in beroep gegaan. De beroepscommissie is van oordeel dat het protest op 22 juli 2019, wat beschouwd wordt is als ‘opstand’, aanleiding gaf tot een algehele lockdown – wat een zodanig uitzonderlijke situatie creëerde dat afwijking van het luchtrecht gerechtvaardigd was. Tot onze teleurstelling is hiermee het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de Commissie van Toezicht vernietigt.