Lange wachttijden en moeizaam proces bij het indienen van klachten tegen de directie van het detentiecentrum

Lange wachttijden en moeizaam proces bij het indienen van klachten tegen de directie van het detentiecentrum

In onze nieuwsbrief van januari hebben wij aandacht besteed aan het langdurige en moeizame klachtproces als het gaat om klachten die ingeslotenen in vreemdelingendetentie indienen bij de Commissie van Toezicht (CvT) en de Raad voor de Sanctietoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). De beslistermijn van vier weken bij de Commissie van Toezicht wordt bijna standaard overschreden en ook de RSJ kampt al jaren met grote achterstanden

Ingeslotenen moeten daardoor vaak lang wachten op een uitspraak in hun beklag- en beroepszaak. Een uitspraak van 10 juni 2021 over een incident van januari 2019 laat zien dit probleem nog steeds actueel is. Die klacht, over een ingestelde lockdown in Detentiecentrum Rotterdam, is ingediend op 1 februari 2019. Ruim zeven maanden later, op 14 oktober 2019, is de klacht door de beklagcommissie van de CvT gegrond verklaard wegens het ontbreken van een verweer aan de kant van de directie van Detentiecentrum Rotterdam. De directie is tegen deze uitspraak in beroep gegaan, waarna de beroepscommissie van de RSJ de klacht op 10 juni 2021, zo’n achttien maanden later, alsnog ongegrond heeft verklaard. Verderop in deze nieuwsbrief lees je meer over deze klacht.

Helaas zien we – ook na nieuwe afspraken hierover met de Commissie van Toezicht en Detentiecentrum Rotterdam van januari vorig jaar – dat vooral de indieningstermijn streng wordt gehandhaafd, de termijn voor reactie (verweer) en behandeling niet. Dit is een groot nadeel voor ingeslotenen die zich niet bewust zijn dat een klacht binnen 7 dagen moet worden ingediend, of die eerst met ons willen overleggen en een handtekening moeten zetten voor indiening.

Het komt ook dit jaar regelmatig voor dat klachten pas maanden later op zitting komen, of dat de ingeslotenen langdurig moeten wachten op een uitspraak. Er zijn in januari vorig jaar afspraken gemaakt het de Commissie van Toezicht over snellere afhandeling. Daarin wordt het detentiecentrum een termijn van maximaal twee weken gegeven om met een verweer (een reactie op de klacht) te komen. Ook deze termijn wordt zelden gehaald. Opvallend is bijvoorbeeld dat tot op heden een verweer en zittingsdatum ontbreekt van een klacht die wij op 7 januari 2021 hebben ingediend bij de CvT. 

Hoewel de beklagcommissie de beslistermijn geregeld overschrijdt en zittingen soms uitgesteld worden doordat de directie pas laat verweer levert, wordt door de CvT strikt vastgehouden aan de termijn voor het indienen van een klacht met machtiging van de klager. Doordat wij voor het opsturen van de machtiging afhankelijk zijn van de post van en naar DCR, vaak met een weekend ertussen, komt het wegens postvertraging regelmatig voor dat een machtiging een dag of enkele dagen te laat wordt ingediend. 

Uit het jaarverslag van de CvT blijkt dat van de in totaal 536 bij detentiecentra ingediende klachten er maar liefst 164 niet-ontvankelijk zijn verklaard, dat is maar liefst 30% van de klachten. Het Meldpunt heeft in 2020 231 klachten ingediend, waarvan ruim een kwart van de door ons ingediende klachten niet-ontvankelijk is verklaard wegens het te laat opsturen van de machtiging. 

Het Meldpunt betreurt het dat termijnen alleen voor ingeslotenen streng worden gehandhaafd. Zeker nu uit de cijfers blijkt dat dit hierdoor 25% tot 30% van de ingediende klachten niet inhoudelijk in behandeling worden genomen. Gerede klachten, waarop een snelle en adequate reactie door directie en Commissie van Toezicht op zijn plek zou zijn.